Onlangs kreeg ik één van de mooiste verzoeken die een schrijfster kan krijgen. Toen het gesprek begon met een bescheiden: ‘Ik zou je graag iets willen vragen…’ sloeg de angst me om het hart. Geen geld of oneerbare voorstellen gaat er op zo’n momenten meteen door mij heen. Dus benieuwd was ik wel. Uiteindelijk bleek de vrouw in kwestie haar mama eind december te hebben verloren aan een slepende ziekte. Ze vroeg of het mogelijk was om de naam van haar mama te gebruiken in een volgend verhaal. Ik reageerde met een volmondig ‘ja’, en begon meteen te brainstormen over de rol die ik aan de mama – Josée – zou kunnen geven. Mijn nieuw verhaal ‘Astarte’ is reeds halfweg en de hoofdrollen zijn al uitgedeeld. Maar een nevenpersonage zit er vast en zeker nog wel aan te komen. Toch blijft het uitkijken, ik vind het belangrijk dat Josée een personage wordt dat in de verf wordt gezet op een positieve manier. Als ze op papier tot leven komt doe ik dat liefst niet door haar psychopathische neigingen te geven. Ik denk dat Josée misschien wel een slimme onthaalmedewerkster wordt achter de balie van het Vilvoordse AZ Jan Portaels. En waarom zou ik de lijn niet doortrekken naar eventuele volgende verhalen? Wat als Josée ook in het vijfde en zesde boek opduikt, dan wordt ze ook in mijn boeken onsterfelijk…
Mocht jouw naam gebruikt worden voor een personage in een fictieverhaal, in welke rol zou je jezelf dan graag neergepend zien? Maar kijk uit wat je wenst, want het zou zomaar eens geregeld kunnen worden 😉